Hoe komt het dat iemand zich niet overprikkeld voelt, maar het lichaam wel alle signalen afgeeft van overprikkeling?

Dit heeft eigenlijk indirect te maken met het principe dat ons onbewuste 200.000 maal zoveel prikkels verwerkt dan ons bewuste. U neemt dus maar een fractie van uw (over)prikkeling bewust waar. Zo komt het dus regelmatig voor dat iemand zichzelf niet overprikkelt vindt, maar dit wel is.

Onbewuste prikkels zijn de grootste factor van overprikkeling

Zoals een spier niet onbeperkt belast kan worden met trekkrachten, zo kan ons zenuwstelsel ook niet onbeperkt belast worden met prikkels. Als de drempelwaardes (grenzen) van ons lichaam worden overschreden, of dreigen te worden overschreden geeft ons lichaam signalen van belasting af om ons (op tijd) bewust te maken van overbelasting. Eerst zachte en lichte signalen, vervolgens steeds zwaardere en uiteindelijk symptomen (klachten).

Groen – oranje – rood

Het ontstaan van overprikkeling gaat meestal geleidelijk en daarom is het vaak ook moeilijk om het duidelijk te merken. De vraag is of u ziet waar uw grenzen liggen en of u op tijd kunt afremmen of bijsturen.

Ho stop! Het is Rood! Vergelijk het overschrijden van uw persoonlijke belastbaarheid eens met het naderen van een verkeerslicht.

Het is groen wanneer uw beker nog redelijk ruimte over heeft, zie onderstaande figuur. Het lichaam geeft bij belasting of in rust dan lichte signalen af zoals tijdelijke stijfheid, druk of tinteling. In deze fase kan het lichaam nog goed herstellen want er is nog voldoende hertelruimte.

Bij oranje, als de overprikkeling of belasting toeneemt, komen de eerste symptomen die iets dwingender zijn zoals langere stijfheid, meer druk, irritatie, vermoeidheid. Daarnaast is de herstelruimte al wat kleiner geworden.

Bij rood neemt de overprikkeling nog verder toe en ontstaan er nog dwingender symptomen, zoals: continue stijfheid, pijn, concentratieverlies, verlaagde prestatievermogen. In deze fase is er nog maar een beetje herstelruimte.

We kunnen deze opeenvolging van fases (groen, oranje, rood) zien als een domino-effect. In de groene en oranje fase kan iemand nog relatief goed ingrijpen. Na een gegeven punt echter duwen de steentjes elkaar automatisch om en verliest iemand steeds meer controle en is pijn niet meer te voorkomen.

Leren voelen om grenzen te kunnen ontdekken

Om de signalen van uw lichaam (groen en oranje) te herkennen kunt u stilstaan en leren voelen. Signalen van overprikkeling merkt u namelijk niet goed op wanneer het bewustzijn (en het onbewuste) nog bezig is met een heleboel andere taken. We kunnen de signalen door aandacht en oefening leren herkennen. Na het herkennen van signalen en grenzen kunt u leren uw grenzen ook te respecteren (zonder ergernis of weerstand). Kanjer Fysiotherapie biedt voor chronische klachten therapie aan om beter met u zelf en uw klachten om te gaan.

Voorbeelden van (onbewuste) prikkels

Overprikkeling ontstaat voor iedereen weer door een andere cocktail van factoren. Omdat ieder mens uniek is gevormd en met andere situaties te maken heeft is een herstelproces ook voor iedereen op maat. U moet uzelf leren kennen en leren accepteren om overprikkeling in uw situatie te voorkomen. Hieronder ziet u voorbeelden en categorieën van prikkels die door ons zenuwstelsel worden verwerkt.

Fysieke prikkels

Wanneer spieren, door overbelasting steeds moeilijker automatisch kunnen ontspannen dan wordt de basisspanning van de spieren geleidelijk aan verhoogd. Deze verhoogde basisspanning leidt dan vervolgens weer tot meer overbelasting. Het zenuwstelsel is op te splitsen in verschillende onderdelen, zogeheten zenuwstelsel segmenten. Een verhoogde spierspanning leidt op den duur tot meer druk op het zenuwstelselsegment dat eraan is gekoppeld. De invloed van overbelaste spieren op overprikkeling verschilt per segment. Gespannen kuiten zijn bijvoorbeeld minder van invloed op hoofdpijn dan gespannen halsspieren.

Mentale prikkels

Men heeft niet altijd invloed op welke mentale taken ons brein uitvoert. Zo kan iemand op het ene moment tijdens een vergadering zomaar zitten te denken aan het verjaardagsfeestje van zijn kind zonder dat, dat bewust gebeurt en op een ander moment zit iemand ‘s nachts te piekeren over een conflict in de familie terwijl diegene eigenlijk wilde slapen. Toch kan men leren om het leven zo in te richten dat er meer sturingsmogelijkheden zijn. Als u bewust bent over waarom u bijna altijd automatisch aan het plannen of aan het piekeren bent kunt u daar een gewenste verandering in aanbrengen.

Sociale prikkels

Heel veel prikkels komen uit het contact met anderen. Contact met anderen leidt eigenlijk automatisch tot spanningsvelden. Dit komt omdat iedereen weer andere behoeftes en belangen heeft en heel veel mensen hun recht willen halen of hun behoefte bevredigt willen zien. In het klein zien we dit al terug op het schoolplein. Daarom zien we dat mensen zich bij (chronische) overprikkeling vaak sociaal wat terug trekken, vaker een huisdier nemen of bijvoorbeeld eerder de natuur opzoeken. Iedereen gaat weer anders om met sociale prikkels. Voor de één is een verjaardagfeestje leuk, voor de ander een uitdaging en voor weer een ander een verplichting. In sommige gevallen is het gewoon de stemming, maar in andere gevallen vormt zich een patroon. Risico’s op overprikkeling worden in hoge mate verhoogd wanneer u bijvoorbeeld (onbewust) continu uw positie moet verdedigen of u voelt continu een vorm van sociale druk (familie, school, werk, kerk) of u stelt aan uzelf steeds weer te hoge verwachtingen.

Emotie prikkels

Als u in een omgeving bent opgegroeid of leeft waar (bepaalde) emoties tonen ongewenst is of u heeft vroeger hele heftige ‘dreigende’ emoties gevoelt dan kunt u onbewust een weerstand hebben opgebouwd ten opzichte van eigen emoties. Wanneer u bijvoorbeeld altijd sterk moet zijn van uzelf dan kan het zo zijn dat zwaktes (of emoties die daarnaar verwijzen) intern zoveel weerstand oproepen dat u ze onbewust gaat ontkennen of wegduwen. Uiteindelijk kunt u ze dan ook niet meer herkennen. Dit kan gelden voor elke ‘ongewenste’ emotie. Iets is er, maar mag er niet zijn. Er is geen ruimte voor. Dit levert terugkerende spanning op en verhoogd sterk het risico op overprikkeling.